Mijn beeld van Noord Spanje bestond uit een combi van heuvels, droog, zonnig en heet. Eerlijk is eerlijk, ik wist dat het in augustus ook flink kon spoken aan de noordkust, maar daar wou ik niet aan en veel meer had ik me niet voorgesteld.
Nu hier, blijken het landschap en het weer enorm gevarieerd te zijn. Achter iedere heuveltop kan het er anders uitzien. De etappe naar Casa de Cascades raakten we niet uitgepraat over de prachtige rotsen die haast los bovenop de heuvels leken te staan.
Na de klim volgde een kale stoffige afdaling. Een grote desolate leegte met een dorpje in het midden waar we boodschappen wilden doen. Helaas de supermarkt was alleen op donder-, vrij-, en zaterdag open. Gelukkig had de bakker behalve brood ook een paar blikjes zodat we niet hoefden te verhongeren en bij het cafe verderop hadden ze goddelijke zoete schuimommeletjes bij de koffie – lokale specialiteit – die we helaas sindsdien niet meer tegenkwamen.
We zijn in Castilla y Leon. De kerken hebben hier middeleeuws model torentjes. Heel anders dan in Baskenland waar de kerken een soort vrijstaande klokkengevel hebben. We voelen ons soms alsof we door een spelletje Carcassonne fietsten.
Met als toppunt de kapel en cascade in Tobera in een nauwe kloof met een zwerm gieren erboven. De kerkdeur is dicht maar met je camera door het kattenluik kan je zien dat er prachtige schilderingen in het koor zitten.
De temperatuur was inmiddels gezakt van 43,5 graad C naar een aangename 28 graden, geheel conform verwachting.
In Ona zoeken we onderdak, maar het is nog steeds feest. Alles is vol.
We bezoeken het klooster, wachten tot de winkels open zijn (het blijft wennen zo’n siesta van 14-17u) en fietsen verder op zoek naar een plekje in het wild. Dat mag hier niet, dus onze eisen zijn hoog. Ruim 10km verder vinden we een soort droge rivierbedding met grote kiezelstenen waar we echt uit het zicht kunnen staan.
De volgende dag krijgen we een heel nieuw landschap. We klimmen omhoog naar Posa de la Sal – ja inderdaad hier werd in de 17e-18e eeuw zout gewonnen. 2 milioen jaar geleden was dit nl zee. Posa de la Sal is er niet armer van geworden.
Bovenaan komen we op een hoogvlakte met landbouwvelden. Als we een plekje zoeken om te lunchen vinden we 2 picknicktafels aan een klein plasje. Er staat een camper met 2 hoogbejaarde engelse vogelaars die een kop thee voor ons zetten en ons de oren van het hoofd kletsen.
We slaan rechtsaf om even later in een smal dal terecht te komen. We hadden bedacht dat we wel eens in een casa rural konden overnachten, maar dat bleek niet zo te werken. De aardige dames op het terras belden naar het volgende dorp, ook daar geen sjoege. Maar we mogen wel op het veldje verderop staan.
Dat veldje blijkt naast een speeltuin – niet onze favoriet – maar heeft ook een leuk beekje waar we ons in kunnen wassen en er is niemand. We blijven dus. Helaas, helaas, is het nog steeds feest. Eerst verschijnen er groepen kinderen die komen spelen – was te verwachten – rond 20u komen alle gezinnen uit het dorp hun hond uitlaten en dan gaat de disco aan om pas de volgende ochtend om 07.00u uit te gaan!
Enigzins brak pakken we weer op. Het regent inmiddels een beetje en is niet meer dan 14 graden. In de eerste 10km heuvelaf doen we ons regenpak 2 keer aan en uit terwijl het dal steeds spectaculairder wordt. Hoog opschietende rotsen met grote gaten erin. Op zeker moment hangt er zelfs een schommel in (helaas geen foto van). Waanzinnig!
Terwijl we het dal uitklimmen krijgen we een Grand Canion-achtig uitzicht cadeau.
Bovenaan de klim treffen we opeens een heel modern vormgegeven museum (?!) met ertegenover een karig barretje. We zijn nat dus gaan we naar binnen voor koffie en een broodje. Als we uit het raam kijken zien we een enorm bord met reklame voor de (opbrengst van de) olieindustrie. Als we goed kijken zien we ook een stilstaande ja-knikker (verderop zullen er meer volgen).
Enigzins opgedroogd fietsen we een bijna woestijnachtige (alle graan is geoogst en verder groeit er hooguit een stekelige struik) hoogvlakte op. We kijken uit op een tafelberg. Moeten we daar helemaal heen?
Na een kilometer of 10 slaan we af een spleet in. De stevige zijwind wordt hier een heftig vlagerige tegenwind. Oscar kan het stuur soms maar net houden. Ik sta doodsangsten uit. En dan zijn we onderin. Rechts heideland, links bouwland, prachtig groen.
We eindigen de dag op een camping bij een bijna leeg stuwmeer. Daarover later meer.
Abonneer je hier op onze blog:
Abonneren
3 reacties
Wouw wat zien en beleven jullie veel.
Tjonge, jullie blijven maar fietsen! Dacht dat jullie na Scandinavië naar huis zouden gaan, maar nu via Engeland in Spanje aangekomen. Goed hoor! Leuk jullie avonturen bij te kunnen houden.
Prachtige beschrijvingen. Ik zie het voor me. Geniet maar lekker verder. Hopen dat het weer nog een tijdje mooi is.