Na Częstochowa zijn we echt uit de heuvels. Het glooit nog wel, maar heuvels zijn het niet meer. Bossen zijn er nog wel, maar ook minder continue / minder groot. De landbouw krijgt de overhand en onze gemiddelde snelheid gaat geleidelijk aan omhoog. En daarmee ook de afstand die we op een dag afleggen, al wordt die toch vooral gedicteerd door de locaties van de campings.
In de uitlopers van die heuvels hebben ze in vroegere tijden kastelen gebouwd. De eerste camping na Krakau lag aan de voet van zo’n kasteel. Lieve mensen die “kamperen aan huis” aan het ontwikkelen waren met een klein badkamertje dat alleen vanuit de tuin te bereiken is. Van hen leerden we dat het in Polen traditie is om op 2e pinksterdag een vreugdevuur te stoken.
De dag erna fietsten we onbedoeld langs nog 2 (restanten van) kastelen en zagen we bordjes met aanwijzingen voor een rondrit langs een aantal ervan.
De camping voor Częstochowa zat kennelijk nog in een gebied met goede klimrotsen, bleek ons uit de aard van de winkels en andere toeristische informatie. Overigens was het er knap leeg voor de schaal waarop alles was ingericht. De camping daar zat bij een hotel en was enkele voetbalvelden groot; en wij stonden er alleen…
Brede straten, Kinder klimbos, alles leeg. Het is Pinksteren, wanneer is hier dan wel het seizoen? Ludiek vonden we daar dat we een hanger met de betaalde nachten meekregen om aan de tent te hangen en vooral dat we beiden een briefje kregen die we bij de receptie konden omruilen voor een sleutel van een douchehokje. En na afloop kon je dat briefje weer terug krijgen door die sleutel weer in te leveren…. Restje communisme?
In Częstochowa dachten we 3 kansen op een camping te hebben. Mooi niet dus; en eindigden we weer eens in een appartement.. dicht bij het kasteel op de berg en de betrokken kerk. Er moet met Pinksteren een flinke happening geweest zijn, want er stond daar nog een enorm podium en dranghekken en zo. Toen we al weer weg waren kwamen we erachter dat daar de zwarte madonna haar thuis heeft.. kans gemist om die te zien 😉.
Min of meer vlak fietsten we daarna naar een camping met kajak voorzieningen in een bos langs een rivier. Hier puur ondernemerschap. Niks voor iedere job een eigen mannetje of bureaucratisch gedoe. Wel een koelkast met drank en ff alle gasten erop attenderen als een dag later de ijscobar bij het strandje voor het eerst na de winter open is, ook al is het 8 graden kouder dan de dag ervoor (nl 17). En het werkt nog ook, want wij haalden idd een paar heerlijke ijsjes.
De camping daarna had nog geen sanitair gebouw. De eigenaren zaten duidelijk vol plannen, maar hadden er een paar teveel tegelijk opgestart, waardoor niets af was. Gelukkig hun appartementje in de tuin wel min of meer, dus daar konden we dan wel gebruik van maken.
En toen fietsten we naar Lodz, wat zelf iets verhoogd ligt ten opzichte van zijn omgeving. Van Maarten leerden we nog dat van de grond in deze contreien bij regen alle voedzame bestandsdelen naar lagere aardlagen weggespoeld worden, wat verklaart waarom we hier vooral naaldbossen en “duin”zand zien. Misschien verklaart dat ook de aard van de groenten die we hier kunnen krijgen: aardappelen, pastinaak, wortels, bietjes en diverse soorten kool. Zelden zien we boontjes, witlof of bloemkool. Overigens zien we wel volop kleine ondernemers die hun aardbeien aan de man brengen; iedere dag halen we verse, heerlijk!
Abonneer je hier op onze blog:
Abonneren
1 reactie
Heerlijk verse aardbeien