Toen we in Griekenland begonnen aan onze tocht vonden we dat we al aardig ons best moesten doen om ons taaltechnisch te redden. Weliswaar hebben we allebei genoeg oud Grieks geleerd op school om het schrift te kunnen lezen, maar het moderne Grieks heeft bijna alle klinkers inclusief de H (èta) omgevormd tot e/i en bovendien is iets op kunnen lezen natuurlijk nog lang niet hetzelfde als het kunnen begrijpen of verstaan. In het voorbijrijden probeerden we stukken tekst te lezen, waarbij we struikelden over het grote aantal medeklinkers die in het Grieks achter elkaar geplakt werden. Het Albanees wordt weer in romeinse letters geschreven met dien verstande dat de H ook hier vaak als e/i uitgesproken wordt. Het duurde even voordat we dat door hadden maar als je het eenmal ziet, is het heel logisch.
Toen kwam Noord-Macedonië; dat is voor het gemak tweetalig zowel het Macedonisch dat het cyrillisch schrift gebruikt als het Albanees worden gebruikt. Soms onder elkaar, maar bedrijven kiezen ook vaak een van de twee. Geen probleem natuurlijk behalve dat we de hele tijd eerst moesten bedenken welk schrift we voor ons hadden en dan waren we alweer voorbij het bord dat we probeerden te lezen. Daarbij komt dat het cyrillisch een ‘paar’ valse vriendjes kent – de delta heeft opeens een andere vorm д, maar a la. Er zijn twee verschillende b’s (в,б). De 3 (z), evenals de S (dz) en de џ (dз) hebben een z-klank. En dan komen er een aantal samentrekkingen met een j klank voor door toevoeging van iets dat op een accent aigu lijkt of door de toevoeging van een b-tje (љ, њ) en geeft een klein haakje aan de voorkant van de pi (л) een l-klank. Maar wat wij het allermoeilijkst vonden is dat de omega (ш) opeens een s-klank en de gespiegelde N (и) een i-klank hebben. We voelden ons geregeld alsof we in groep 3 moesten leren ‘hakken en plakken’.
Het Servisch is één taal, maar kent – voor het gemak – twee schriften; romeins en cyrillisch schrift maar is in ieder geval een slavische taal en daarmee voor ons iets makkelijker :we herkenden iets in het ‘dobre dan’ (goedendag) van ons bezoek aan Polen circa 30 jaar geleden. En toen kwam het Hongaars, een Oeraalse taal. Oeraalse talen komen alleen in Hongarije en Finland voor en lijken ook nergens anders op. Hier zijn we dan ook niet verder gekomen dan: goedendag – jo nap(od) – en dank u wel – köszönöm. Maar, en daar zijn we nog niet uit, hier vonden we ook nog een voor ons geheel nieuw schrift met name op de plaatsnaamborden.
Maar de zoon van onze o zo aardige cambingbaas in Gesztely (nabij Miskolc) vindt het Hongaars geen moeilijke taal 😉. Wij waren twee dagen geleden na een hele lange fietsdag desondanks heel erg blij met deze camping die officieel nog niet open was. Zelden was een warm onthaal zo welkom (en dat wil wat zeggen). Het prachtige nog net niet aangesloten wc-huis in aanbouw was tot onze beschikking evenals (de oude?) douche en toiletten in het woonhuis. Er werden gauw bankjes en een tafel in elkaar gezet en gekleurde lampjes opgehangen. De volgende dag kregen we een lift naar de plaatselijke supermarkt, en toen ik naar de augurken keek, het verzoek die niet te kopen, want ze maakten zelf beteren. En voor vertrek nog een rondleiding langs de kano-verhuur en de geiten- en kippenfarm, met toelichting op de herontwikkelingsplannen voor de camping – het wordt mooi!
Gisteren staken we de grens met Slowakije over (de eerste zonder controle). Nu kunnen we weer lezen en een beetje uit de voeten met onze oude kennis van het Slavisch Dziękuję (Pools) is hier ‘Ďakujem’ (accent op de eerste lettergreep), goedendag ‘Dobrý deň’ en bakker is ‘pekaren’ (in het Servisch ‘pekara’). Wel werden we een beetje verrast door de stickers op de deur van het eerste cafe dat we bezochten, maar die hebben we daarna gelukkig niet meer gezien.
Abonneer je hier op onze blog:
Abonneren
6 reacties
redelijk duizelingwekkend. De term Oeraals kende ik nog niet. Ik leerde vroeger in Leiden dat Hongaars en Fins terug gaan op het Gothisch, misschien wel hetzelfde. Knap taalkundig trouwens. Vandaag 120 jaar geleden kwam opa nouwens ter wereld. Ook een bijzondere gebeurtenis en straks komt Wouter hier op bezoek. Weer bijgepraat, liefs
Interessant om te lezen
De plaatsnaamborden zijn Oud Hongaars (leert Google mij na enig zoeken). En mooi, grafisch evenwichtig schrift; eigenlijk ziet het er juist heel modern uit 😉
He wat goed dat jij het wel gevonden hebt. Thnx! Leuk om te weten. Ziet er inderdaad mooi en een beetje geheimzinnig uit.
Veel plezier! Lekker woordgrapjes maken in die vreemde talen, toch fascinerend he dat er zoveel talen zijn…
En ook zo grappig dat de grenzen van talen regelmatig niet gelijk oplopen met landsgrenzen. Maakt het allemaal zo betrekkelijk.