Misschien is het dat de lente nu echt aanbreekt op de Balkan, maar voor ons lijkt het net alsof Servië nog weer iets groener is dan Noord-Macedonië. Ook lijkt het land weer wat beter verzorgd. Veel minder afval in de berm dan in de drie eerdere landen. Niettemin worden we onaangenaam verrast als we op de eerste plaats waar we in Servië willen kamperen ongeveer net zo’n bende aantreffen als op de laatste plek in Noord Macedonië. Vooral de hoeveelheid baby-billendoekjes op beide plekken konden we lang niet plaatsen, totdat Tessel opperde dat het afwerkplekken zouden kunnen zijn…. Dat nam de charme wel een beetje weg.
Op beide plekken hebben we grote schoonmaak gehouden en een flinke zak afval verzameld voor we de tent opzetten. Zo konden we toch van het magnifieke uitzicht genieten. Hoewel…. nog voordat we alle tassen van de fiets hadden gehaald stond er opeens een keurige meneer met een plastic tasje naast ons. ‘huh? Een meneer in pak op 500m hoogte in the middle of nowhere?’ Hij sprak alleen Servisch en kon niet via google translate communiceren omdat daar voor het Servisch geen cyrillisch schrift in zit (over taal in een volgende blog meer) dus wij maar iets gestameld over Holland/Amsterdam en morgen (sutra) en dan een gebaar om duidelijk te maken dat we dan de berg over zouden fietsen. Toen we de tent begonnen op te zetten, hield hij eerst een tijdje toezicht, maar toen zwaaide hij en vertrok. ‘Rare snuiter. Wat wou hij van ons?’ maar even later, het schemerde al, we zaten te eten verschenen er opeens 2 keurige mensen. Een meneer met zilverwit haar en een mevrouw met een goudkleurige tas onder haar arm geklemd. Ze wurmden zich langs onze tent om iets verderop de heuvel met een ruïne van een oud klooster te beklimmen. Gek tijdstip om dat te doen, zo in het half donker. Tot💡het tot ons doordrong: dit waren mensen van de kerk die de goede zeden wilden bewaren/prediken. Maar ja, hoe spreek je een typisch toeristisch stel van middelbare leeftijd (zoals Oscars moeder zou zeggen) aan op iets dat ze niet doen terwijl je geen enkele taal met elkaar deelt? Toen we dat bedachten, werd het bijkans hilarisch 😂🤣😅.
Vranje is de eerste grote plaats die we aandoen in Servië. We doen er wat boodschappen in verschillende winkels en drinken een drankje in een café. Ook willen we een lokale simkaart aanschaffen, zodat we in ieder geval data hebben als de kaart uit Albanië op is (geen idee hoeveel tegoed we daarop nog hebben of tot wanneer). Wat opvalt is dat vrijwel niemand een woord over de grens spreekt. Geen Engels, Duits, Frans of Italiaans zoals we inmiddels gewend zijn. Bij hoge uitzondering kent iemand 2 woorden Engels, maar het is hier echt zoeken hoe we ons verstaanbaar kunnen maken. Zo werd steevast onze vraag waar we een simkaart kunnen kopen beantwoord met: “No. Cash only”, alsof we met de telefoon wilden betalen.
Wij zullen onze Slavische, en meer specifiek Servische woordenschat aanzienlijk moeten vergroten om hier een beetje uit de voeten te kunnen. Gelukkig vinden we dat ook wel leuk.
Het zet ons ook wel aan het denken of hun nationale (etnische?) trots de Serviërs niet in de weg zit in het internationaal (toeristisch) verkeer. Als ze zo op zichzelf gericht zijn dat ze geen gangbare buitenlandse taal leren (wel Russisch? dat kunnen wij niet nagaan) is dat dan op de lange termijn wel in hun belang?
Weer iets groener dus. Eigenlijk begon dat al vanaf Skopje waar we door een opvallend groen dal met veel landbouw reden. Het dal waar we de laatste overnachting in Noord Macedonië hadden was echt een plek voor vakantie huisjes, die er dan ook volop waren: groen, rivier met pad erlangs, loofbomen vooral. Nu nog overwegend kaal, maar sommige soorten hebben inmiddels wat jong blad, vaak nog ontluikend, half in de knop. Dat is ook het geval in de bergen (wanneer spreek je eigenlijk niet meer van heuvels?) achter Vranje. De rivier waar we langs omhoog ploeteren is lekker wild en daardoor schitterend. Vaak vangen we een glimp op van hoe hij over de rotsen klatert. Op veel plekken zien we kleine watervallen. Meestal fietsen we enkele meters boven de rivier en omdat er veel struiken en bomen zijn zien we er afwisselend meer of minder van. Voor Oscar is het extra lastig om de rivier en omliggende natuur te bekijken, omdat de weg veel van zijn aandacht vraagt door de vele plekken waar er gaten in het asfalt zitten of de verharding geheel ontbreekt. Niettemin genieten we enorm van dit landschap en de ontluikende lente. De hoofdmoot van de grote bomen lijkt te bestaan uit beuken en eiken. Die zijn allen nog kaal en het droge, dorre blad eronder doet ons sterk aan een bos in de herfst denken. Het zijn de kleinere bomen en vooral struiken die voorzichtig hun eerste blad ontvouwen. Al met al een mengeling van herfst en lente associaties die het oproept. Maar het zijn de rivier en de rotsformaties die ons keer op keer tot enthousiaste uitroepen over het moois brengt. Het helpt ook dat de zon schijnt en de temperatuur in het dal rond de 20 graden is. Jammer dat het niet goed op foto’s is over te brengen.
Abonneer je hier op onze blog:
Abonneren
4 reacties
Geweldig verhaal over de kerkgangers die jullie wilden opvoeden 😉.
Mooi ook jullie bespiegelingen over de verschillende culturen en beschrijvingen over de natuur.
Dag Tessel.
Wat leuk om jullie belevenissen te lezen! Zo heb ik vanaf mijn bureaustoel het gevoel ook een beetje op avontuur te gaan:)
Heb toevallig kennissen wonen in de regio Novi Sad, mocht je daar een overnachtingsplek zoeken, dan kan ik je wellicht helpen. Laat maar weten!
Goede reis gewenst,
Tamara Hoogsteder
Ha Tamara, leuk dat je meegeniet. Ik denk dat we oost van Novi Sad blijven, maar dank voor het aanbod
Tsjonge wat een belevenissen. Zou niets voor mij zijn. En het fietsen over zulke (niet) wegen lijkt me geen pretje. Maar de mooie natuur die je beschrijft lijkt me geweldig