Het is 13 uur en goed warm als we uit de trein stappen. Eerst de fietskleren zoeken, tassen ompakken in het kleine stukje schaduw naast het stationsgebouwtje. De perronmeester(?) komt langs of we met de trein willen? Nee we komen net aan. Je kon z’n opluchting bijna voelen. Het laatste staartje van de SNCF stress zullen we maar denken.
Nog even het dorp in voor een colaatje ‘avec citron s’il vous plait’. Komt er een glas met citroensiroop en een flesje cola 🤓, maar onze bidons worden heerlijk met koud water uit de tap gevuld.
Nu alleen nog 90km fietsen. Als we een kruissnelheid (inclusief pauzes) van 10 km/u halen, komen we om 22.30u aan in le Préau. Opgewekt vertrekken we.
De eerste 10km zijn vlak. Wat fietst de tandem lekker.
Dan begint het: eerst een beetje omhoog. Voorlopig gaat het lekker en liggen we op schema. Allengs wordt het steiler, we zoeken en vinden een ritme dat we een flinke tijd vol kunnen houden. Wat is fietsen toch fijn! En het is hier ook zo mooi. Wel neemt de snelheid af.
In Nolens zijn we boven denken we. Er zit ook een bakker op een pleintje waar ze behalve een lekker zoet broodje dat we gelijk verorberen, ook mooie pizzabroodjes verkopen. Die gaan mee voor de volgende stop. En we krijgen nog maar eens een bidon vers water.
Het woord hoogvlakte blijkt bedrieglijk. De weg blijft op en af gaan. Het pizzabroodje verdwijnt al gauw tussen de kiezen.
Rond 17.15u zijn we 40 km verder. We beginnen de benen goed te voelen en krijgen trek. We appen we met Paulien: de koek is op, we gaan het niet meer halen, helaas. We gaan een slaapplaats zoeken op de camping in Celle. Dan morgen maar die laatste 30 km.